Het behoorde in 1508 aan Wouter Colen, kanonik der St. Janskerk van den Bosch, die het wellicht vermaakte aan het Kapittel van die kerk, daar dit College toch later daarvan als eigenaar vermeld wordt. Toen den Bosch zich aan Prins Frederik Hendrik had moeten overgeven werd het ook als geestelijk
| 438 |
goed ten behoeve van den Staat verbeurd verklaard, die het daarop 31 Augustus 1641 verkocht aan mr. Johan Gans, heer van Bommenede en Frans Blom, de meermalen reeds genoemde koopers van zwart goed. Dezen verkochten dit huis 28 December 1644 (Reg. n°. 425 f. 104), als wanneer het gezegd werd te zijn: huis, erf, tuin en achterhuis, staande in de Peperstraat tusschen het huis van heer en mr. Hendrik van den Leemputte ex uno et fine uno en het Vrouwengasthuis, genaamd het Brants- of Ulemansgasthuis, ex alio en strekkende met het ander einde voor aan de Peperstraat - aan Nicolaes La Marre, kwartiermeester van den ritmeester markies La Force.
Later behoorde dit huis aan Allard Jelgersma 1), van wien het erfde diens dochter Maria Anna Jelgersma, huisvrouw van den luitenant Johan de Jonckheer; deze verkocht het 22 Juli 1709 (Reg. n°. 521 f. 404 vso) aan den reeds genoemden Peter van Irrhoven, wiens dochter Wilhelmina van Irrhoven, weduwe van den luitenant Herman Jan Corst, woonachtig te den Bosch, het van hem erfde; zij verkocht het 26 Januari 1742 (Reg. n°. 561 f. 12) aan Johanna Elisabeth Godin, ook woonachtig te den Bosch; het werd toen omschreven: als huis met tuin 2), stal en koetshuis, staande in de Peperstraat tusschen dat van Henricus van Irrhoven ex uno en het Ulemans of Brandsgasthuis ex alio en zich achterwaarts uitstrekkende tot aan dat Gasthuis.
Mr. Jan Willem van Sonsbeeck, burgemeester van Hulst en mr. Jan Louis van Cattenburg, burgemeester van Bergen op Zoom, verkochten in hunne hoedanigheid van executeurs van het testament van voornoemde juffrouw Godin den 14 Maart 1755 (Reg. n°. 576 f. 21) haar voorzegd huis aan Jaspar Verster, notaris en procureur te den Bosch; het werd toen gezegd te zijn: eene schoone, van nieuws op getimmerde en commodieuse huysinge, erve, open plaatsen en tuyn, staande in de Peper-
| 439 |
straat tusschen het huis van Maria Jannette ex uno en het poortje of erf van Ulemans of Brandsvrouwegasthuis ex alio, strekkende achterwaarts zich uit tot aan het erf van dat Gasthuis en hebbende recht van uitgang voor den tuin door voorschreven poortje. Catharina Digues de la Motte, weduwe van genoemden Jaspar Verster, verkocht 16 October 1775 dit huis weder aan Johannes Gijsbertus Blisteng, burger van den Bosch, die het 20 November 1777 verkocht aan Leendert Willem van Beusekom, notaris aldaar.
| 440 |